Voor wie houvast zoekt, en ter verdieping, hieronder een uitvoerig stappenplan uit het boek “Vrij spel voor natuur en kinderen”, dat wij hebben samengesteld uit diverse plannen in de Duits- en Engelstalige literatuur en enkele links naar andere beproefde procesplannen.
Een eerste, persoonlijke verkenning kunnen we iedereen van harte aanbevelen:
Voordat je überhaupt begint te dagdromen hoe je jouw leef- en werkomgeving (en die van vele anderen) grondig zou kunnen veranderen, is er al bij iedereen ‘de bagage van het verleden’, hoe nieuw ‘de dag die je plukt’ ook lijkt. Hoe beter je dit jezelf realiseert en er vervolgens al rekening mee houdt bij de keuze van medestanders, en bij het peilen en afwegen van je mogelijkheden, hoe groter de kans van welslagen van langdurige projecten.
De ‘coming out’ en de eerste plannen - dromen en onderzoeken
Misschien loop je al wat langer met de wens iets voor kinderen te verbeteren rond. Op zoek naar het juiste moment, de juiste mensen, soms ook de juiste locatie. Hoe kun je het geluk, het welslagen een handje helpen? Bestaat toeval?
Welke organisatievorm kies je – een werkgroep, een klein tijdelijk comité, alleen vaklui er bij halen op bepaalde momenten, of toch een hele campagne, een heuse beweging: wat staat je voor ogen? Hoe spontaan of geïnstitutionaliseerd? Heb je hier enige invloed op? Wat wordt je eigen rol? Ben je bijvoorbeeld de initiatiefnemer? Heb je enige organisatietalenten?
Algemeen geldende stapstenen van deze planfase zijn:
Er groeit een idee over alle gewenste vormen van gebruik, bijbehorend beheer en de consequenties daaruit voor aanleg en beheer.
Aanbevolen
Zorg er voor dat je goed op de hoogte bent van wat mogelijk is. Bezoek geslaagde voorbeelden op vergelijkbare plekken. Maak veel foto’s of andere illustraties, verzamel informatie. Denk ook nu al goed na over het beheer en het gebruik! In te veel projecten wordt dit tot na de realisatie voor zich uitgeschoven en gebeurt het vervolgens niet meer.
Aan het einde van de planfase zou dan al de eerste p.r. actie, een informatiebijeenkomst met wervende presentatie van het gedroomde, kunnen plaatsvinden (en anders op zijn laatst in de ontwerpfase).
Aanbevolen
Plan niet alle ruimte in, houdt ruimte vrij voor verandering. Ook als het gewenst is de aanleg in fasen te laten plaatsvinden, laat dan toch een ontwerp maken / maak dan toch een ontwerp voor het gehele terrein (plus een gefaseerd aanlegplan).
In de voorafgaande fasen is de mate van participatie van bijvoorbeeld ouders en kinderen (of buurtbewoners, vak-/belangengroepen als Springzaad) besproken en vastgelegd.
Van wezenlijk belang voor het welslagen van deze fase zijn:
Aanbevolen
Sta in alle fases, maar zeker nu, regelmatig stil bij een ‘feestelijk, gedenkwaardig moment’ (b.v eerste steen, hoogste punt, afronding belangrijke elementen). Count your blessings, vier je feesten!
Planning, ontwerp, realisatie en gebruik/beheer van welk terrein dan ook staan, idealiter, met elkaar in een logisch, organisch verband.
Hoe logisch en organisch het proces was, zal blijken uit een regelmatige evaluatie / reflectie van het gebruik, de gebruikers, en de (kwaliteit van de) begeleiders. Veelgebruikte middelen:
Aanbevolen
Blijf open staan voor gewenste veranderingen! Houdt daarbij rekening met het feit dat zowel kinderen als de natuur zich ontwikkelen, ieder organisme heeft daarbij zijn eigen tempo. Een boom doet er jaren over voor hij beklimbaar is of vruchten draagt (maar dan heb je er ook vele kindergeneraties lang plezier aan), van klaprozen en korenbloemen kun je iedere zomer weer opnieuw genieten als er maar open grond blijft waarin het zaad kan kiemen, kippen en konijnen leven een paar jaar (ga je ze op het terrein begraven?), pompoenen en de zonnebloem kan je bijna zien groeien, maar als de eerste vorst komt is het sprookje voorbij (zaden oogsten en ruimte voor deze eenjarige planten reserveren).
Verder willen wij graag hier nog verwijzen naar de procesplannen van:
* Fonds1818
* Learning through landscapes, onze Engelse zusterorganisatie
* ”Organisationskalender” in het boek NaturErlebnisRaume, Manfred Pappler/Reinhard Witt, 2001, blz. 76-87.