Financiën

Het is onmogelijk een algemeen antwoord te geven op de vraag wat speelnatuur gaat kosten.

We kunnen hier alleen aangeven aan welke financiële consequenties je moet denken en welke financieringsmogelijkheden er bestaan.
Er zijn speelnatuurplekken gerealiseerd waar door heel veel vrijwilligerswerk (in alle fasen), hergebruik van materiaal en creatief boekhouden de kosten minimaal gehouden zijn. Maar zulke optimale situaties zijn toch eerder de uitzondering.

Bij de begroting kun je rekening houden met kosten voor:

  • Verkrijgen / vergroten van draagvlak om met elkaar te komen tot een duidelijke wensenlijst (excursies naar gerealiseerde, vergelijkbare projecten, enthousiasmerende lezing voor alle betrokkenen, publicaties);
  • Organisatiekosten: werkgroep bijeenkomsten, projectbegeleiding, begeleiding participatieproces, fondsenwerving;
  • Schetsontwerp, definitief ontwerp/beplantingsplan/ bestek. Een ontwerp gemaakt door een ervaren ontwerper is de investering in de meeste gevallen zeker waard. Een minder goed doordacht ontwerp haalt lang niet alle potenties voor natuur en kinderen er uit, is de ervaring;
  • Veiligheidscheck, risico analyse, evt. keuring / certificering;
  • Aanleg: materiaal en werkuren. Deze kosten zijn uiteraard heel variabel. Door (her)gebruik te maken van aanwezig materiaal en/of vrijwillige medewerkers kan vaak aanzienlijk bespaard worden;
  • Beheer en gebruik. Het is belangrijk deze kosten al in een vroeg stadium mee te bedenken.

Financiering

1. Kosten beperken

Als na het definitieve ontwerp een bijbehorende begroting is opgesteld kun je eerst kijken wat je zelf kunt doen om de kosten beperkt te houden. Te denken valt daarbij behalve aan de inzet van vrijwilligers en (her)gebruik maken van aanwezig levend en dood materiaal, ook aan (bijvoorbeeld van ouders) te lenen hulpmiddelen en gereedschappen.

Vrijwilligerswerk
(Groot-)ouders en andere enthousiastelingen zijn aan te spreken op professionele vaardigheden, zin om de handen uit de mouwen te steken en hobby’s. Vaak worden werk(zater)dagen georganiseerd, waar ook mensen die graag de inwendige mens verzorgen heel goed hun steentje aan bij kunnen dragen. Denk ook aan samenwerking met plaatselijke NME-organisaties, waar vrijwilligers actief zijn, kunstenaars die graag met kinderen werken, maatschappelijke stages en groene opleidingen (stagiaires).

(Her-)gebruik van materiaal
Uiteraard blijven waardevolle bomen, struiken en vaste planten staan of worden overgeplant naar een plek waar ze beter in het nieuwe ontwerp passen. De grondbalans kan kostenneutraal blijven (reliëf vormen door grond te verschuiven; als dit om grotere hoeveelheden gaat is het uitvoeren hiervan uiteraard een kostenpost). Stenen en tegels zijn vaak al aanwezig of gratis/goedkoop verkrijgbaar en her te gebruiken voor de aanleg van muurtjes, zitplekken, amfitheater e.d.

Faseren
Kostenspreiding over een langere periode is mogelijk door gefaseerd te werken. Het is in dit geval uiteraard wel heel belangrijk dat er een goede planning is wat in welk fase gebeurt. Eerst de grote lijnen (reliëf b.v.) en daarna invulling met bomen en planten en de aanleg van speelaanleidingen e.d.

2. ‘Potjes’ zoeken binnen reguliere budgetten

Op scholen en kinderopvang is vaak geld gereserveerd voor het speelplein.
Overkoepelende school- en kinderopvangbesturen, woningbouwcoöperaties, groene en welzijnsorganisaties (b.v. in het kader van wijkontwikkelingsplannen) zijn wellicht in medefinanciering geïnteresseerd.
Bij gemeenten en provincies zijn ook vaak ‘potjes’ waar je gebruik van kunt maken (Denk b.v. aan subsidie in het kader van afkoppeling regenwater, biodiversiteits- of klimaatsubsidie, budget voor het onderhoud van speelvoorzieningen, of de wijkaanpak.)


3. Acties/activiteiten organiseren. Denk bijvoorbeeld aan:

  • Plantenmarkt (stekjesmarkt);
  • Kunstmarkt/veiling van kinderkunst en/of kunstenaars die zich bij het project betrokken voelen en een of meer werken voor een veiling ter beschikking stellen;
  • Rommelmarkt/fancy fair; winkeltje, b.v. met verkoop van fruit en groenten uit de schooltuin;
  • Sponsorloop; etc.

4. Andere bronnen waar scholen, kinderopvang, natuurspeelterreinen en speelbossen terecht kunnen voor (mede)financiering:

  • Sponsors
  • Winkeliers/bedrijven in de omgeving die materiaal goedkoper willen leveren;
  • Bedrijven die hun MVO-taak serieus willen nemen;
  • Serviceclubs e.d.;
  • Vrienden van … oprichten;
  • Vermogende particulieren, die dit doel een warm hart toedragen;
  • Bedrijven, die bruikbaar ‘afval’ hebben (b.v. een steenfabriek die ‘mislukte’ bakstenen gratis ter beschikking stelt) of terrein beherende instanties (o.a. Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, provinciale landschappen, Landschapsbeheer Nederland) die hun snoeiafval, stammen etc. een sympathieke bestemming willen geven.
  • Denk ook aan Marktplaats.nl: wat voor de één afval is, is voor een ander een interessante grondstof!
  • RABObank: fiets sponsortocht, RABO ton

Fondsen en subsidieregelingen

  • Jantje Beton Schoolspeelpleinen (Gezonde schoolpleinen) en herinrichting speelplekken
  • Oranjefonds vooral interessant als je aan kunt tonen dat de speelnatuur de sociale infrastructuur verbetert.
  • Kinderpostzegels Vooral projecten die gericht zijn op verbetering van de kansen en mogelijkheden van kinderen die onder moeilijke omstandigheden moeten opgroeien.