#97 Column: Vandaag was het zomer! 

Door: Jeanette Vermeulen

Met tegen de 30 graden en een verkoelende golfslag op het strand was het een fluweelzachte dag vandaag.     

De golven en de vloedlijn daagden uit om schepjes en emmertjes te laten staan en te spelen met dat wat van nature aanwezig is. Een vanzelfsprekend spel met zon, zee, zand en wind dat iedereen herkent. Over de golven springen en nat door het zand heen rollen. Vloed aan den lijve ervaren door met de handen een zandkasteel tegen het opkomende water in te  bouwen. Ons strand, een puurder ecosysteem bestaat niet in ons landje. Een plek die vanuit zichzelf compleet is, waar ieder zich rijk kan voelen met helemaal “niets”. 

Met eb scharrelen langs de vloedlijn en de schatten van de zee bekijken: schelpen, zeewier, mosselen en garnalen die nog rondschieten in de ondiepe plasjes gevormd door het zich terugtrekkende water. Zie HIER.

In Zandvoort vonden twee kinderen een paar maanden geleden zelfs een oerbot op het strand. Samen met Naturalis onderzochten zij hun vondst en ontdekten dat het een bot was uit het dijbeen van de steppenwisent. Waarschijnlijk losgekomen en aangespoeld bij een zandsuppletie aan de Zandvoortse kust. Een bot uit de laatste ijstijd -zo`n 30.000 jaar geleden- toen de Noordzee nog onderdeel was van de uitgestrekte mammoetsteppen. 

En als wij even stilstaan bij de kracht van een habitat waarbinnen  alles aanwezig is en eigendom overbodig, dan kunnen wij onze voorvaderen “ de jagers en verzamelaars” niet overslaan. Zij leefden ontspannen van de hand in de tand, scharrelden rond en staken in hun mond wat zij tegenkwamen. Niet meer dan hun buikje rond, immers meer dan dàt zou alleen maar meegesjouwd moeten worden. Zo trokken zij van plek naar plek en zodra er genoeg eten verzameld was stopten zij met foerageren en hadden de rest van de dag “vrij”.  Samengevat onze voorvaderen deden niet aan toekomst of planning, hadden geen eigendom en waren onderdeel van hun natuurlijke omgeving.  

Steeds meer vindingrijkheid resulteerde in overschotten en de noodzaak om te settelen. De overgang van  jagers en verzamelaars naar de agrarische evolutie leek vooruitgang maar was in feite het begin van de ellende. Eenzijdige voeding doordat de wilde granen gedomesticeerd werden, ontstaan van nieuwe ziektes door het samenwonen op één plek. Zaaien, wieden, oogsten, bewaren en beschermen vergde een strakke planning en vooruit kijken. Niet minder maar meer werk en zorgen. Zo ontstond het zwoegen in het zweet des aanschijns. De directe verbinding met de natuur werd losgelaten en de fuik naar eigendom & bezit trok strakker aan. Zie boek; “Een kleine geschiedenis van de mensheid” Yuval Harari.

Oei, hebben wij het juist niet ingewikkelder gemaakt?  

Inheemse volkeren leren hun kinderen van vroegs af aan de schoonheid van vrijgevigheid. Datgene weg te geven wat hen het dierbaarst is en er ook nog eens niets voor terug te verwachten. 

Last but not least, mijn hond Tommie als voorbeeld anno 2025. Een vrije Friese stabij die vrolijk rondstruint op zijn dagelijkse speurtocht in het bos. Maar oh wee als hij een tè mooie  stok ontdekt. Dan slaat zijn vrijheid in één klap om in paniek. Gestrest rent hij rond van plek naar plek: verstoppen, weer opgraven, verder zoeken naar een betere verstopplek en zeker ook dieper ingraven. Net zo lang tot hij doodmoe die prachtige stok maar achterlaat voor de volgende passant, om vervolgens kwispelend zijn weg naar zijn vrije Friese aard terug te vinden.   

Tja, zo kan het tenslotte ook.