#98 Ga mee naar buiten! Het is Herfst…

Tekst: Marlies Huijzer

Foto’s: Martin Stevens en Marlies Huijzer

Waar je ook bent, op het schoolplein, in het park, in je tuin of het bos, er valt zoveel te ontdekken! Laat kinderen maar kijken, ruiken, voelen, luisteren en als het lukt ook proeven om de herfst intens te beleven en zich te verwonderen over hoe snel alles verandert. Vruchten en zaden rijpen en vallen, bladeren kleuren en dwarrelen naar beneden, je ziet steeds meer kale takken. Paddenstoelen komen op en zijn de week erop weer verdwenen. En dan hebben we het nog niet eens over de laatste insecten die van de bloeiende klimop snoepen en de spinnenwebben die je zo goed ziet als er fijne druppeltjes in hangen. 

Vliegenzwam, Amanita muscaria | Jonge vliegenzwammen op de grond tussen geel en bruin beukenblad. Deze soort groeit ook vaak onder berkenbomen.
Eikenbladspin, Aculepeira ceropegia | Eikenbladspin die een prooi heeft gevangen. In het najaar zijn de spinnen volwassen en zie je ze goed. Ook hun webben zijn beter zichtbaar door dauw- of regendruppeltjes.

Kleurige bomen en struiken

In onze gebieden verliezen de loofbomen en struiken in de herfst hun bladeren om zo de winter door te komen. Zonder blad verdampen ze veel minder en dat is nodig want ’s winters kunnen de wortels niet goed water opnemen uit de koude of bevroren bodem. Voor de bladeren afvallen, trekt de boom het bladgroen eruit en slaat dat op in de stam en de takken. Zo komen de andere kleuren tevoorschijn: oranjebruin, geel, rood, bruin. Een feest om te zien, zeker op zonnige dagen. Waar dieren in het voorjaar druk zijn met de voortplanting, zorgen de bomen en struiken daar in de herfst voor. Dan zijn alle zaden rijp en vallen op de grond, al dan niet verstopt in bessen, vruchten of bolsters. Bij een aantal soorten met bessen zorgen vogels voor de verspreiding. Ze eten de bessen en poepen de zaden ergens uit. Uit iedere eikel, kastanje of meidoornpitje zou een nieuwe plant kunnen groeien. Maar er zijn heel wat zaden die worden opgegeten door dieren, of die neerkomen op een ongeschikte plek en dan verdrogen. Laat kinderen eens een tamme kastanje of beukennootje pellen, (ook het vliesje eraf) en proeven. 

Tamme kastanjes worden graag gegeten door dieren als wilde zwijnen, gaaien en eekhoorns. Ook veel mensen vinden ze lekker.

Kramsvogel, Turdus pilaris | Veel van onze broedvogels trekken in de herfat naar het zuiden. Als het kouder wordt, komen uit noordelijke landen vogels, zoals deze kramsvogel, om hier voedsel te zoeken.

Paddenstoelen

As het flink geregend heeft, zoals nu, zie je allerlei soorten paddenstoelen of zwammen. Vooral in bossen of parken en in bermen met bomen. Ze groeien op de grond of op dood hout uit netwerken van vaak witte schimmeldraden. Zo’n netwerk heet ook wel een zwamvlok. Kijk maar eens onder een stuk loszittend schors of onder een laag afgevallen blad of je die schimmeldraden ziet. Als de bodem vochtig is en nog niet zo koud, breiden die zwamvlokken zich uit en vormen bobbeltjes. Die groeien uit tot zwammen. In al die zwammen zitten sporen zo fijn als stof. Bij de ene soort tussen de plaatjes onder de hoed zoals bij de vliegenzwam. Bij een andere in de gaatjes onder de hoed bijvoorbeeld bij de familie van de boleten waar het bekende eekhoorntjesbrood bij hoort. Of bij sommige, zoals de aardappelbovist, binnenin de zwam. (Kinderen kunnen met een spiegeltje goed onder de hoed kijken.)  Is een paddenstoel rijp dan vliegen de sporen weg. Komen ze op een geschikt plekje terecht dan groeien er weer nieuwe schimmeldraden uit. Het is geen goed idee om paddenstoelen te eten die in de natuur groeien. Koop liever champions of oesterzwammen in de winkel en laat de kinderen die bekijken en proeven. Maak er samen een lekker soepje van.  

Porseleinzwammen groeien vaak op dode beukenbomen. Ze zien er ook uit als doorschijnend porselein. Deze soort heeft plaatjes onder de hoed.