Het schoolplein van Daltonschool De Margriet in Rotterdam was 2002 een van de eerste groene schoolpleinen in stedelijk Nederland. In 2015 zijn er een aantal aanpassingen aan het slijtende plein gedaan. In september 2020 is het plein geheel op de schop gegaan. Nu ligt er een splinternieuw groen schoolplein 2.0. 

Het schoolplein van Daltonschool De Margriet in Rotterdam Blijdorp anno 2001

Het eerste groene schoolplein vlak na de aanleg in 2002

Het plein na de renovatie in 2015.

Het groene schoolplein 2.0 anno 2020

Pilotproject Groene en levendige schoolpleinen 2002

Groene, deels tuin- of parkachtige schoolpleinen hebben in Nederland een lange traditie, maar waren lange tijd de uitzondering en kwamen vooral voor in het landelijk gebied. Met de krapper wordende natuurlijke ruimte en de opkomende milieubeweging eind vorige eeuw groeide het bewustzijn van de waarde van een groene, duurzame leef- en leeromgeving ook voor kinderen, ook en vooral in de groter en dichter groeiende steden. Op initiatief van de Wijkmilieuwerkplaats Rotterdam Blijdorp is in 2001 een pilot voor de vergroening van twee schoolpleinen opgestart. Bij Daltonschool De Margriet was toen net een nieuwe directeur begonnen, een dame met lef en daadkracht, die het idee van een groen schoolplein opperde, omarmde en tegen veel weerstand in verdedigde.

Het eerste groene schoolplein is aangelegd door kinderen, ouders en leerkrachten onder begeleiding van een projectcoördinator, medewerker van de wijkmilieuwerkplaats onderdeel van het project ‘Duurzame Wijk’.

Op het openbare schoolplein werd een informatiemiddag georganiseerd voor buurtbewoners en hun mening gevraagd. De meesten waren het met elkaar eens, dat alles wat je zou investeren in het plein verspilling van geld en tijd zou zijn. Het plein had een slechte naam, er was sprake van vandalisme, door de jeugd werd op het dak geskeelerd en door openstaande ramen geplast. Zo de verhalen… Vroeger was het plein een groene oase geweest met rozenperken en bankjes, maar de jeugd van tegenwoordig… De directeur geloofde echter in de positieve kracht van het gezamenlijke doen en wilde niet wachten op betere tijden. Samen met de Wijkmilieuwerkplaats is er een plan opgesteld voor een geleidelijke omvorming van het tegelplein onder een aantal grote bomen naar een gedeeltelijk groen, avontuurlijk schoolplein. Veel ouders steunden na een voorlichtingsavond en maquettebouwworkshops met de kinderen het idee. Het beschikbare budget, ±7800 euro is geïnvesteerd in een ontwerptekening, materialen, vervoer en verzorging van de vrijwilligers. Alle werkzaamheden zijn uitgevoerd door kinderen, leerkrachten en ouders onder schooltijd en op een aantal zaterdagen. De Wijkmilieuwerkplaats heeft uiteindelijk 250 uur projectbegeleiding in het kader van het programma duurzame wijk besteed.

De beschikbare middelen: 7800 euro zijn uitgegeven aan een ontwerp, diverse bouwmaterialen en vervoer van geschonken materialen, een glijbaan, planten en zaad en de verzorging van de vrijwilligersdagen

In 2002 is het nieuwe schoolplein geopend. Omdat na schooltijd nu veel kinderen langer doorspelden en ouders bleven hangen, werd het plein levendiger en was er minder vandalisme. Onder de druk van de spelende kinderen echter was er na verloop van jaren sprake van slijtage aan beplanting en de gemetselde speelheuvel, het plein dreigde ten onder te gaan aan zijn succes. Het vergroende oppervlak bleek te klein te zijn voor het groeiende aantal leerlingen op school. 2015 is daarom de heuvel van een laag gietrubber voorzien. Deze vertoonde echter na korte tijd al eerste gaten, de noodzaak tot ingrijpende aanpassingen groeide.

Het groene schoolplein van De Margrietschool in 2004 tijdens een Springzaadexcursie.

Subsidieregeling Groen-blauwe Schoolpleinen Rotterdam 2019

In 2019 diende de school een aanvraag in bij de gemeente Rotterdam binnen het programma ‘Groenblauwe schoolpleinen’. Deze keer is het budget 40dzd euro, de school heeft ruime ervaring met de voordelen en voorwaarden van een succesvol groen schoolplein en zijn toe aan een grote vernieuwingsslag.

De school heeft in Jan van Schaik en Wouter van Santen twee ervaren Springzaadpartners gevonden en van de opdracht voor ontwerp en aanleg van een nieuwe groen-blauwe schoolplein voorzien. 

Jan en Wouter zijn na twee ontwerprondes met de school uitgekomen op een wadi over de lengte van het hele schoolplein. De wadi zou worden gevoed door twee afgekoppelde regenpijpen en een pomp die grondwater levert. De wadi werd extra spannend door boomstammen die er overheen gelegd zijn. Jan en Wouter mochten dit werk met een fijne groep mensen uitvoeren, waaronder ook SZpartner, Arend Niebuur, die veel houtwerk heeft verricht.

Alle elementen uit het oude ontwerp bleven bestaan maar kregen een meer uitgewerkte vorm en locatie en meer ruimte. De aarzeling over het behouden van ‘voldoende vierkante meters tegelplein’ is er anno 2020 niet meer. Veel materialen zijn voor de tweede keer hergebruikt. Er zit nu een ruime buitenklas in het plein, er is een grotere heuvel met meer groen, de hergebruikte glijbaan heeft een eigen plek samen met het duikelrek. Groen en wilgen wordt overal een waar het maar wil een kans gegeven. Als je de werkwijze van 20 jaar geleden vergelijkt met nu zie je een grote professionalisering in de aanleg (twee weken) en een bijna vanzelfsprekende acceptatie van een natuurlijk ingericht schoolplein door school, ouders en omgeving. Ouders staan glunderend te kijken als kinderen tot aan hun knieën het water in gaan. Ook de leerkrachten zijn enthousiast over de grote speelwaarde die het nieuwe speellandschap oplevert en tijdens de aanleg waren er louter positieve reacties van voorbijgangers.

Het splinternieuwe schoolplein 2.0 in oktober 2020

Al tijdens de aanleg zien we kinderen samenwerken met dijkenbouw en stroomversnellingen, individueel tot spel komend als ze balanceren op de stammen en dwalend over de paadjes op de heuvel of juist rennen achter elkaar aan. Schelpen, modder, zand, takken, snippers, wortels, beestjes, blaadjes alles wordt verzameld, weggegooid, opgeraapt door een ander en weer op een andere manier bekeken dan gaat de bel… maar geen kind wil meer naar binnen.

Het plein heeft een nieuwe impuls gekregen en de kinderen gaan ermee aan de gang. Wat zal over 10 jaar de nieuwe slag worden? We zijn benieuwd. Eén ding is duidelijk: een groen schoolplein kan en moet blijven doorgroeien als het draagvlak van ouders en leerkrachten aanwezig blijft.

Sigrun Lobst en Jan van Schaik, 

Okt 2020 met dank aan directeur Joekjan Höweler,  Daltonschool De Margriet

In 2004 is een projectverslag geschreven over het vergroeningsproces van het schoolplein, hierin wordt het verloop van het pilotproject documenteert, dit verslag is hier te vinden.

SZ-partners Jan v Schaik (Zandraket) en Wouter van Santen (Biotooptuinen) aan het werk op het schoolplein 2.0

Nieuw onderzoek gestart naar hoe een schoolplein idealiter ingericht kan worden ter ondersteuning van de ontwikkeling van kinderen, biodiversiteit en klimaatbestendigheid

Steeds meer scholen in Nederland kiezen voor een groen schoolplein. Een goed ingericht groen schoolplein kan bijdragen aan de gezonde ontwikkeling van kinderen, biodiversiteit en klimaatbestendigheid. Het groen wordt echter nog niet altijd optimaal ingezet op het schoolplein wat mogelijk ten koste kan gaan van de positieve effecten.  Zo heeft het groen op het schoolplein vaak vooral een esthetische waarde maar kunnen kinderen niet met het groen spelen. Ook wordt er soms gekozen voor kunstgras wat niet bijdraagt aan de biodiversiteit of klimaatbestendigheid of wordt er gekozen voor speeltoestellen met een natuurlijk uiterlijk wat in essentie geen betere speelwaarde heeft dan de speeltoestellen van metaal.

Om scholen, leerkrachten, hoveniers en ontwerpers te ondersteunen bij het optimaal ontwerpen van groene schoolpleinen zijn we afgelopen juni gestart met een driejarig onderzoeksproject. Binnen het project wordt een kwaliteitstool ontwikkeld die beschrijft aan welke aspecten een groen schoolplein moet voldoen om de ontwikkeling van kinderen, biodiversiteit en klimaatbestendigheid optimaal te stimuleren. Na de ontwikkeling van de kwaliteitstool, wordt de inzet van groen op groene schoolpleinen in Nederland getoetst met de kwaliteitstool en wordt er scholing ontwikkeld die bedoeld is om geïnteresseerde te leren hoe een groen schoolplein optimaal ingericht kan worden en aandacht besteed aan achterliggende theoretische grondslag van de gekozen inrichtingsopties. 

Het is onze missie om een kwaliteitstool te ontwikkelen die zowel scholen, hoveniers als ontwerpers ondersteunt in het ontwerpen van een groen schoolplein zodat het groen optimaal ingezet gaat worden. Om dit te bereiken werken wetenschappers van de Vrije Universiteit, Hogeschool Leiden, Wageningen Universiteit en Research en InHolland Rotterdam samen met partners met ontzettend veel praktijkervaring en kennis. Betrokken bij dit project zijn Stichting de Groene Stad, Snoek hoveniers, IVN, Stichting Springzaad, Groen onderwijs centrum, Greenport Aalsmeer, Greenport Nederland, Vereniging voor duurzame ontwikkeling, Provincie Overijssel, Provincie Noord-Brabant, Provincie Noord-Holland, Provincie Friesland en de gemeente Almere. Het project is onderdeel van het programma De Groene Agenda 2020 – 2023 en wordt gefinancierd door de Topsector Tuinbouw en Uitgangsmaterialen. 

Meer weten over het project, neem contact op met Jolanda maas (jolanda.maas@vu.nl) of Nicole van den Bogerd (n.vanden.bogerd@vu.nl) van de Vrije Universiteit Amsterdam.

Waar kun je beter je overvolle hoofd leegmaken dan buiten. Buiten wordt in deze tijd opnieuw ontdekt; de natuur blijkt een fijne uitlaatklep te zijn, na met elkaar tussen de muren te hebben gezeten. De natuur werd zelfs overlopen om even uit te waaien, massaal stortten we ons op de bospaden en de stranden. 

Je hoeft niet ver weg om van de natuur te genieten. Kijk eens naar het kleine, dat wat heel dichtbij is, naar het gewone en dagelijkse wat je altijd om je heen hebt. Laten we daarom de natuur in het klein, op de vierkante meter, herontdekken. Neem een meetlint mee en meet 1.5 meter in het vierkant uit. Leg stokken of touwen erom heen zodat je ‘eigen’ plekje is  afgebakend. 

Laat je kind in of naast het vierkant plaats nemen. Samen kun je bekijken wat er allemaal te zien is. Laat je kind benoemen wat het ontdekt. Een plekje op de stoep levert heel wat anders op dan een grasveldje of een natuurgebiedje natuurlijk, maar kan ook best interessant zijn. Met een vergrootglas erbij is het nog een mooiere verwonderwereld: een jungle in het klein. 

Het kleine, het kwetsbare leven op deze 1,5 meter, draagt ook bij aan onze aarde. Leer je kind dat alles met elkaar verbonden is. Wij met elkaar en de natuur met ons, wij zijn onderdeel van deze natuur. Laten we ons daarom verwonderen, ook en vooral om wat heel dichtbij is, de natuur is ons grootste goed.

Ity Busstra

Verslag studiedag over Spelen, Huis de B, 8 mrt 2020, Groningen

Huis de B, kinderopvangorganisatie in Groningen, presenteert op deze studiemiddag met enthousiasme en élan haar nieuwe koers voor 2020-2025:
‘Kinderen moeten mogen spelen. Grote mensen bieden hier ruimte voor.’ De bijeenkomst is levendig en inspirerend door workshops van Judith Stolwijk (sportpedagoog), Ellen
Emonds (onderwijsexpert), Shelly Newstead uit Engeland (PARS Playwork) en een lezing van Joke Hermsen (filosoof en schrijfster). De sfeer is die van het delen van ervaringen en samen zoeken naar wat nodig is voor spelen. Wat is de rol van volwassenen bij het spelen van kinderen?

In haar workshop over ‘Risicovol Spelen’ vertelt Judith Stolwijk dat in deze tijd kinderen nauwelijks meer hun fysieke grenzen leren kennen. Laat staan dat ze op zoek kunnen gaan naar manieren om die grenzen te verkennen. Oorzaak daarvan is de overal aanwezige angstcultuur en nadruk op veiligheid in de volwassen maatschappij, ook te ervaren in BSO’s .
Via foto’s beoordelen wij als deelnemers bepaalde situaties op de graad van risico die we zelf ervaren.  We zien mountainbikers op een steile berg en kinderen die parapenten. Maar we gaan ook fysiek aan de bak: in de gymzaal van een nabije school staan allerlei situaties voor ons klaar (zie de foto bij dit artikel). We worden uitgenodigd om onze eigen grens te zoeken en dan een heel klein stapje verder te gaan. In enkele minuten verandert de gymzaal in een ruimte met zoekende, aarzelende, spelende en plezier makende volwassenen.
Kinderen weten volgens Judith van nature heel duidelijk en helder ‘Dit is mijn grens.’ Het vaak oefenen met het beoordelen van risico’s leert kinderen om op een gezonde manier risico’s te nemen. Daaruit ontwikkelt zich veerkracht als belangrijke eigenschap. De rol die volwassenen kunnen spelen voor Risicovol Spelen is: Zorg dat een kind geen last heeft van jouw angst in een situatie. ‘Met een beetje risico komen we er wel.’

Ellen Emonds laat zien wat het effect is als je kinderen een leeromgeving aanbiedt die aansluit bij wat ze kunnen en hen tegelijkertijd uitdaagt. Vanuit welzijn en betrokkenheid kunnen ze dan hun leerstappen zetten. Er moet een balans zijn tussen de moeilijkheid van de activiteit en de competenties van een kind. Zo kun je ervoor zorgen dat het niet te makkelijk wordt, dan ervaart een kind verveling en somberheid, maar ook niet te moeilijk, dat geeft faalangst en onrust.
Wat nodig is, is het bieden van een rijke leeromgeving met ruimte voor initiatief. Door variatie in de omgeving kunnen kinderen de ruimte voelen om te ontdekken. De begeleidersstijl die hierbij hoort vraagt veel observeren en vaker ‘op je handen zitten’ en ‘minder doen’.
Een kind heeft van nature creativiteit, ondernemingszin en communicatieve vaardigheden. ‘Het enige wat je hoeft te doen is dit steunen, stimuleren en nieuwe mogelijkheden creëren’.

Voor Shelly Newstead (UK) is duidelijk dat kinderen andere ervaringen nodig hebben dan volwassenen. Haar benadering PARS Playwork geeft een manier van werken met kinderen die het vrije spel bevordert. Wat kinderen nodig hebben is meer ‘volwassenvrije tijd en ruimte’. Haar benadering geeft kinderen concreet meer tijd en ruimte om kind te zijn in de volwassen maatschappij.
In Engeland bestaan al 70 jaar de zogenoemde ‘Adventure Playgrounds’. Dat zijn plekken waar kinderen samen kunnen komen met elkaar en echt kunnen doen wat ze zelf willen. We zien een filmpje uit de archieven: kinderen zonder volwassenen in de buurt, die rondrijden op zelfgemaakte voertuigen, die hutten timmeren, die rondcrossen en een aankondiging van een ‘adult free BBQ’ en nog veel meer. Beelden van creativiteit, plezier en samenwerking. 

Begeleiding door een PARS Playworker geeft een speciale invalshoek: handelen om vóór kinderen en namens kinderen dingen mogelijk te maken, en niet zozeer handelen ‘samen met’ kinderen. De Playworker is terughoudend als volwassene en maakt zichzelf eigenlijk onzichtbaar, zodat kinderen hun eigen tijd en ruimte kunnen ervaren.  Als kinderen op de Playground binnenkomen gaat het bijvoorbeeld om: ‘Waar hebben ze vandaag zin in?’ De Playworker heeft slechts een rol in het zorgen dat er materiaal aanwezig is of in het uitleggen waarom het er niet is. Kinderen zijn zelf de experts in spelen. Het PARS Playwork model geeft een verdere basis voor deze aanpak. ‘Zo kunnen kinderen meer plezier hebben en meer genieten van hun kindertijd.’

Als afsluiting van de middag houdt Joke Hermsen een lezing over tijd. Zij heeft aandacht voor een speciale ‘tijd’, namelijk de tijd die je ervaart als je helemaal ergens in opgaat en eigenlijk de tijd vergeet. Tijd van mijmeren en dagdromen. Ze laat zien dat we hieraan nauwelijks meer toekomen omdat in ons bestaan tijd naar de uitdrukking ‘Tijd is Geld’ een doelgerichte en economische invulling heeft gekregen.
Rust ervaren is een voorwaarde om terecht te komen in die speciale tijd van helemaal ergens in opgaan en de tijd vergeten. Deze speciale tijd is noodzakelijk voor het krijgen van nieuwe ideeën, voor het aangaan van veranderingen, voor het ontwikkelen van empathie en in elke pedagogische situatie. In een gloedvol betoog neemt Joke Hermsen ons mee.

Met de nieuwe missie ‘Samen spelen, samen leren en van alles uitproberen’ gaat Huis de B op avontuur. De inhoud van deze middag krijgt in de toekomst verder vorm in de dagelijkse praktijk. Deze bijeenkomst was een mooi en inspirerend startpunt.

Websites:

Huis de B              www.huis-de-b.nl
Judith Stolwijk       judithstolwijk.org
Ellen Emonds         tweemonds.nl
Shelly Newstead    www.commonthreads.org.uk
Joke Hermsen       www.jokehermsen.nl

Auteur:

Joleen Schipper (regioconsulent Springzaad Utrecht)

Niet wetend wat er op ons af zou komen onderstreepte ik in de vorige Nieuwsbrief het belang van biodiversiteit en het behoud van heemsoorten in onze directe leefomgeving: in de berm, het plantsoen en aan de slootkanten. “Niet alles kan” gaf Remkes in zijn stikstof rapport aan en nu vanuit de corona beperkingen wordt de lucht boven Nederland steeds schoner. Ook voor ons geldt nu meer dan ooit “terug naar de basis” ofwel sla je worteltjes extra stevig in de grond onder je voeten!

Het kind bestaat uit honderd…..

Het is zonnig en fris en de lente lokt velen van ons naar buiten. Gelukkig trekken de vroegbloeiers zich niets aan van onze hectiek: het speenkruid staat te glanzen in de zon en ik zie aan de slootkant de gele dotters in bloei staan samen met allerlei variaties in groen zoals het blad van het fluitenkruid, de smeerwortel en de jonge brandnetels. De kikkerdril van maart zet zich om in een belofte naar de maand april omdat het s` nachts nog te koud is. De onderbegroeiing tussen de bomen grijpt haar kans zolang de knoppen nog geen bladeren zijn: ik zie lenteklokjes, bosanemonen en hyacinten die hun frisgroene blad en kleurrijke bloemen parmantig door het ritselende droge herfstblad van vorig jaar heen priemen. De lente gaat door ….en de heemsoorten leren ons over de continuïteit en de kracht van natuurlijke verbindingen. Alles is verbonden met elkaar: ode aan de groeikracht. 

En juist het vertrouwen in de continuïteit van deze groeikracht brengt mij terug bij mijn cliffhanger uit de vorige Nieuwsbrief: “Hoe zit het eigenlijk met de biodiversiteit bij onze kinderen…? Is hier ook sprake van een “verkeerd maaibeleid” en dreigen wij anno 2020 de variatie aan soorten kwijt te raken? Waarom nemen wij de heemsoorten niet als voorbeeld voor een pedagogiek van originaliteit en dus biodiversiteit. Alles is met elkaar verbonden, de natuur heeft namelijk een oplossing voor alles. 

Elk vogeltje zingt zoals het gebekt is, vliegt van nature zijn eigen flow. Zo kijk ik ook naar kinderen en door de natuur van jongs af aan dichtbij te houden neemt elk kind de logica van flora/ fauna mee in zijn of haar ontdekkingstocht. Legt dwarsverbindingen met al wat levend is en volgt de natuur die immers van nature al in de flow zit. Kinderen nemen waar en handelen tegelijkertijd: zij begrijpen met hun handen. Zintuigelijke ervaringen die vanuit heelheid met het hele lichaam beleefd worden: Unmittelbar. 

Kijk eens door de ogen van het kind op de foto en stel je voor dat je dit allemaal voor het eerst ziet- hoort- voelt- ruikt…. waar ga je op af en ben je nieuwsgierig naar? Hoe benader je die vreemde geweldig fascinerende wereld als je alleen nog maar vanuit je zintuigen kunt ervaren?  Op een kinderdagverblijf zie je verschillen en vanaf het begin kun je temperament en talenten onderscheiden. 

Lees het gedicht van Loris Malaguzzi- Italiaanse pedagoog maar eens, ik kan niet beter uitleggen dan hij wat ik bedoel met biodiversiteit bij kinderen! 

Het kind bestaat uit honderd….. 

Het kind heeft honderd talen 

honderd handen 

honderd gedachten 

honderd manieren van denken van spelen, van spreken. 

Honderd, altijd weer honderd 

manieren van luisteren 

verwonderen en liefhebben 

Honderd vreugden 

om te zingen 

te begrijpen 

Honderd werelden 

om te ontdekken 

Honderd werelden 

om te verzinnen 

Honderd werelden 

om te dromen. 

Het kind heeft honderd talen (en nog honderd honderd honderd meer) 

Maar ze pakken er negenennegentig af. 

De school en de samenleving 

scheiden het hoofd van lichaam 

Zij zeggen tegen het kind: 

dat hij zonder handen moet denken- 

zonder hoofd moet handelen- 

moet luisteren en niet praten- 

Moet begrijpen zonder vreugde. 

En alleen met Pasen en met kerst 

Mag lief hebben en verwonderen. 

Ze zeggen tegen het kind: 

Ik geef je de al ontdekte wereld 

en van de honderd pakken ze er negenennegentig af. 

Ze zeggen tegen het kind: 

Dat werk en spel 

realiteit en fantasie 

wetenschap en verbeelding 

hemel en aarde 

verstand en droom 

dingen zijn 

die niet bij elkaar horen. 

En dus vertellen ze het kind Dat de honderd er niet is. 

Het kind zegt: ZEKER DIE IS ER WEL!

Loris Malaguzzi

Ik wil een lans breken voor originaliteit (lees: biodiversiteit) bij kinderen: spil van vrije gedachte, elk mensenkind onmiskenbaar zichzelf. Of om met een quote van “Loesje” te eindigen: het leven is vallen en opstaan en tussendoor leren koprollen. 

NB: Ron Fouchier en Marion Koopmans plaatsen in een speciale uitzending van Tegenlicht virussen in een breder verband. Zeer de moeite waard om terug te kijken. Virussen zijn namelijk de oorsprong van al het leven, maar hoe verhoudt zich dit tot deze wereldwijde pandemie?

Lees en kijk ook: 

  • vpro/tegenlicht.nl ( speciale uitzending d.d zondag 22 maart) 
  • Janine Benyus: www.biomimicrynl.org/wat-is-biomimicry.html
  • “Frederik de Muis”-ontdekte dat hij het allemaal anders moest doen dan de andere muisjes. 

Tekst en foto: Jeanette van der Meulen