Als StadsOase vormen wij een coöperatie met een gedeeld enthousiasme voor natuur, stedelijke ecosystemen en avontuurlijk spelen. Deze vertalen we sinds 2015 in het vergroenen van o.a. schoolpleinen en speelterreinen in de regio (Zuid-Holland). Aan de hand van inspirerende voorbeelden, onze eigen creativiteit en met vallen en opstaan, hebben wij onze visie, stijl en werkwijze gevormd, die we blijvend door ontwikkelen. 

Met de natuurlijke speelterreinen die wij aanleggen, laten wij kinderen spelenderwijs vertrouwd raken met natuur, en opgroeien in een gezonde omgeving die beweging stimuleert. Veel van de door ons ontwikkelde terreinen zijn openbaar en ingericht als een ontmoetingsplek voor jong en oud. Hiermee hopen we een steentje bij te dragen aan een sociale en duurzame samenleving. 

Naast speelterreinen nemen wij ook andere groenprojecten ter hand die passen bij onze sociale en natuurlijke visie, bijvoorbeeld natuurlijke privé tuinen en tuinen bij senioren complexen. In onze projecten hechten we veel belang aan biodiversiteit (inheems aanplanten, habitat), duurzaamheid ( o.a. materiaalkeuze, hergebruik, waterhuishouding, logistiek) en sociale inclusiviteit (betrekken, leerlingen/leerkrachten, buurt en gebruikers). We bieden onze klanten een totaalplaatje van voortraject (inspraak, ontwerp, adviseren, hulp bij financiering) tot aanleg en onderhoud en merken dat dit zeer gewaardeerd wordt. 

In de toekomst zouden we graag ook betrokken zijn bij wat grootschaliger projecten op het gebied van ecosysteem herstel, duurzame voedselproductie etcetera, ook buiten de stedelijke omgeving.

De coöperatie Stadsoase bestaat uit :

Holger Breek, Ontwerper,

Jeroen Hooijmeijer, Voorman

Rens Labadie, Coördinatie

Gergő Bérci, Ontwerper

www.stadsoase.eu


We zien er ook naar uit jullie binnenkort te ontmoeten bij een activiteit!

Auteur: Rens Labadie, Stadsoase

” ….  dat het hart van de mens zich verhardt zodra zij van de natuur afdwaalt…. dat gebrek aan respect voor groeiende, levende dingen resulteert in gebrek aan respect voor de medemens. … dat wij uit de natuur de waarde en kracht van diversiteit kunnen leren… en dat het tijd wordt dat wij dit in ons dagelijkse (samen) leven een plek geven. Dit is wat de heemvolkeren zien als zij naar onze Westerse maatschappij kijken ( uitspraak Lakota indianen) Een richtingaanwijzer dus om ons uit het labyrint terug te knokken naar de hoofdweg. Hoe werkt dit in de delta van onze Hollandse realiteit?

In de slootkant & bermen is deze blauwdruk bij flora en fauna nog altijd aanwezig: hoe groter de soortenrijkdom hoe sterker de overlevingskans- groei bloei vermeerdering en bijbehorende Niche die nodig is om te overleven. Welk systeem van denken en (samen) leven  spiegelt de natuur ons voor? De mens volgt de natuur of andersom- wie is eigenlijk leidend en wie volgend? Zonder na te denken volgen wij als vanzelfsprekend eb & vloed, dag & nacht… en in de winter laten wij het wel om een zomerjurk aan te trekken. Wat is erop tegen om op veel meer terreinen de natuur als blauwdruk te volgen?   

Tijd om te snoeien lijkt mij, terug stappen naar de kracht vanuit wortel en stam. Terug in de geschiedenis- zevenhonderd jaar – werd de urgentie van verandering ook zo gevoeld: de Renaissance ( letterlijk wedergeboorte)  Leonardo da Vinci leefde het ons voor: hij ging naast een rivier zitten om te zien hoe de stroom van het water liep, observeerde de vleugels van een vogel en het vallen van een steen. Hij tekende alles wat hij zag om zijn eigen observaties oplettend te volgen en zo puur mogelijk weer te geven. Zo spiegelde hij ons nieuwe beelden voor waar nog geen woorden voor bestonden.  

Zie het als een inburgeringscursus, een zoektocht naar een nieuwe gezamenlijke taal. Het is weer tijd om “van het padje af te gaan en buiten de lijntjes te kleuren”. Ofwel de wereld om je heen af te pellen naar “loose parts” om nieuwe combinaties mogelijk te maken. Kijk ter inspiratie eens naar het TV programma “Anna`s brains”- maandagavond 20.25 uur- NPO 3.

En wie zijn dan de helden van onze eigen tijd? Puur persoonlijk natuurlijk maar ik neem jullie graag even mee naar mijn helden 2021: de ontwerpers van de Dutch design week. Mijn kleinzoon van 13 jaar noemt hen de uitvinders en gelijk heeft hij. Zij zoeken met het thema “The Greater Number” een antwoord op de ongebreidelde groeiverslaving. Centraal staat het zoeken naar en ontwerpen van systemen waarin natuur, welvaart, zorg en gelijkheid een geheel vormen- inclusief en divers. De bomen kunnen immers niet ongestraft de hemel in blijven groeien. Zo zijn ”M`n liefje m`n liefje wat wil je nog minder/ It`s in our nature en One size won`t fit all “ richtingaanwijzers die beter aansluiten bij onze tijd.   

En de andere held van 2021 ben je natuurlijk zelf, want daar kan het alleen vandaan komen. Zoek het dan vooral niet te ver, beperk je tot onder je voeten- boven je hoofd, naast je, achter je en voor je. Een simpel voorbeeld: ….gisteren in de bus op weg naar Leiden viel mijn oog op twee knoppen naast elkaar op dezelfde hoogte: eentje met een plaatje van een oude man met een stok en een rode stopknop voor “gewone” mensen- “waarom” vraag ik mij dan onmiddellijk af. Vervolgens- op het perron- zie ik op de display  dat mijn trein op alle stations naar Leiden stopt.… maar waarom in vredesnaam deze trein een Sprinter noemen? Dan voel ik mij toch echt vreemdeling in eigen land.  

Nee…. dan toch maar weer terug naar onze allerkleinsten. Die zodra zij kunnen praten ons het hemd van het lijf blijven vragen, niet op zoek naar de spelregels van het leven maar naar de natuurlijke verbindingen meegekregen in hun DNA. Ik wil jullie uitnodigen “het waarom vragen” niet af te leren en ongehoord, schaamteloos een leven lang door te blijven vragen naar het waarom- waarom- waarom en hoezo?! Wat zie je en wat valt je op, opnieuw leren kijken en natekenen. Je bewust worden van je eigen manier van denken en dit onder woorden leren brengen. Jezelf gaan begrijpen en realiseren wat je hierbij allemaal  overslaat.  Want wat jij ziet, ziet een ander niet- wat jou boeit, boeit een ander niet. Soeverein en anders durven zijn en vanuit die laag pas delen met anderen…. dat is de diversiteit die bedoeld wordt.   

De realiteit redt altijd hoe beschamend de correctie ook is, maar als het niet gaat zoals het moet dan moet het maar zoals het gaat. Daarom tekende Leonardo Da Vinci wat hij zag want voordat je het weet ben je bezig met te bedenken wat je ziet. Verandering gaat namelijk vanzelf in de natuur, en volgt het autonoom proces van het leven zelf. Onze opdracht is opnieuw nauwkeurig te observeren hoe de opgebouwde potentie-  zonder te pushen- eigen vorm aanneemt. Met lef en verlangen zoeken naar nieuwe aantrekkelijke vormen, nieuwe inclusieve ideeën gekoppeld aan de natuurwetten, die geen antwoord geven op hoe iets werkt maar hoe iets blijft werken omdat het leven er weer doorheen mag klotsen. 

Of is onze angst voor verandering groter dan de nieuwsgierigheid naar wat wij niet weten?  

Auteur: Jeanette van der Meulen

Auteur: Ity Busstra

Samen spelen; het is niet zo eenvoudig en het gaat het ene kind wat gemakkelijker af dan het andere. Soms is het zelfs door het kind niet gewenst en wil het lekker op een rustig plekje in z’n eentje spelen. Observeer een groepje kinderen en je ziet een diversiteit aan spel en eigen manieren. 

Bij heel jonge kinderen is er nog geen sprake van samenspel. Als het kind opgroeit verandert dat en zie je het samen en toch alleen spelen bij peuters en jonge kleuters: ze spelen met elkaar op een plek, maar er is geen sprake van overleg of samenspel. Geruisloos gaan ze elk hun gang en spelen om elkaar heen, verdiept in hun eigen wereld. Bij het opgroeien van de kleuter zie je het echte samenspel ontstaan, het overleg en het samen handelen. Het spel is vaak in fantasievorm waarin alles mogelijk is en het ook niet altijd even soepel verloopt, want hoe krijg je wat jij graag wilt als de ander dat ook toevallig op hetzelfde moment wil. 

Samenspelen leer je door vallen en opstaan, oefenen in geduld en acceptatie dat het soms anders gaat dan jij had bedacht. Dat valt niet voor elk kind mee, soms zijn er innerlijk strakke lijnen die gevolgd moeten worden, ideeën die niet zomaar opgegeven kunnen worden, impulsen die opeens uitgevoerd moeten worden, waarbij de ander als hinderlijk ervaren wordt. Soms wil het kind liever alleen spelen, soms mag het niet meer meedoen, doordat het altijd dwars door alles heen gaat of vaak het spel verstoord zonder dat het daar notie van heeft. 

Marianne de Valck heeft in haar boek over spelen en speelgoed mooi uitgelicht welke types kinderen je kunt herkennen: de bouwer, de douwer, de rauwer en de schouwer. Zij schreef haar boeken gericht op speelgoed, maar als je kijkt bij het natuurlijk spelen kun je ook in het spel deze vier types kinderen herkennen. 

Bouwers houden van organiseren, hebben veel materialen nodig, bouwen van losse onderdelen hele werelden en hebben graag hulp hierbij. 

Douwers houden van ontdekken en uitvinden hoe de wereld in elkaar zit, focussen sterk op iets en willen het zelf doen. 

Rauwers houden van actie, van doen, van beweging, hebben ruimte nodig en willen graag constructiemateriaal om in elkaar te zetten. 

Schouwers spelen graag alleen, krijgen wel mee wat hun omgeving doet, maar bekijken de wereld met al hun zintuigen open, hebben geduld en zijn graag creatief bezig.

Spel verloopt altijd beter als er een diversiteit aan ervaringen is op te doen, waar elk kind zich toe uitgenodigd en aangetrokken voelt. Hier heeft Marianne de Valck een schijf van vijf voor omschreven en hoewel voor speelgoed bedoeld is het ook zo goed toepasbaar op een natuurlijke speelplek: creatief, cognitief, constructief, sociaal en motorisch. 

Creatief houdt in dat er veel los materiaal ligt waar kinderen mee bezig kunnen, waar ze iets van kunnen creëren of mee kunnen spelen.

Cognitief houdt in dat een kind zich uitgedaagd voelt, moet nadenken, oplossingen kan ontdekken, inzichten krijgt in hoe iets werkt of leert over dieren en planten.

Constructief is een opdracht vervullen, een doel bereiken, wellicht door samenspel een constructie in elkaar zetten waarmee het kan spelen, zoals een hut of een vlot bouwen.

Sociaal is het spel waarbij je de ander nodig hebt, zodat er samen wel iets lukt wat alleen niet kan, zoals water tegenhouden of een brug bouwen.

Motorisch is te verdelen in grove motoriek en fijne motoriek, het bewegen, rennen, tillen, klauteren, springen of het fijne spel waarbij het kind met de handen en vingers kleine dingen oppakt en neer legt, zoals diertjes, zand, takjes en steentjes.

Het is tijdens de ontwerpfase van een buitenruimte al fijn als er rekening wordt gehouden met deze vier soorten kinderen en hun behoeftes aan spelmateriaal en spelomgeving. Waar de een open ruimte nodig heeft, zoekt de ander de stille hoekjes uit het zicht, waar de een zich vermaakt met het kleine materiaal wil de ander het graag wat robuuster. Een uitnodigende omgeving heeft geen uitleg nodig.

Daarnaast is het wenselijk dat er rekening wordt gehouden met het feit dat niet alle kinderen zo gemakkelijk kunnen spelen doordat ze fysiek of mentaal een beperking hebben. Daardoor is het niet zo vanzelfsprekend dat ze de heuvel op kunnen klimmen, water kunnen pompen, de glijbaan af kunnen roetsjen, samen kunnen spelen, iets kleins op kunnen pakken of tussen andere kinderen in durven staan. Inclusiviteit zou daarom altijd mee moeten wegen bij nieuw aan te leggen speelnatuur. Dan spelen alle kinderen echt samen, elk op hun eigen manier.

Auteur: Ity Busstra


Op de natuurspeelplaats van basisschool Het SchatRijk (Zaandijk) is onlangs het eerste vignet ‘Groene Schoolpleinen’ geplaatst. 
Directeur Marc van de Geer: “Dit vignet laat zien dat ons groene schoolplein echt de moeite waard is. In de afgelopen jaren hebben we steeds mooie onderdelen toegevoegd, zoals de paddenpoel, waterspeelplaats, leemoven, insectenhotel en moestuin. Die maken allemaal onderdeel uit van onze rijke leeromgeving. We hebben nog genoeg wensen, dus voorlopig zijn we nog niet klaar, maar de kinderen kunnen hier nu al heerlijk spelen en met allerlei aspecten van de natuur in aanraking komen. De speelplaats wordt ook steeds meer gebruikt voor onze buitenlessen. Mooi toch? We zijn er super trots op dat Springzaad ons dit vignet heeft toegekend!”

Heeft jouw school ook zo’n mooi groen schoolplein dat het vignet verdient? Lees HIER hoe je het vignet aanvraagt en wat de kosten daarvan zijn.
Fotoimpressie ‘Groene schoolpleinen’ van EBS Het SchatRijk, Zaandam

door: Annemiek Bongers

Springzaad maakt samen met atelier Ondertussen (Annemiek Bongers) en Speelnatuur (Suzanne van Ginneken) een online cursus ‘Beheer voor Groene Schoolpleinen’. 

Een cursus beheer is nodig omdat de ervaring leert dat scholen het lastig vinden om het beheer van het groene schoolplein aan te pakken. Door het intensieve gebruik van de kinderen en het onvoldoende natuurgericht onderhoud ontwikkelt de beplanting en daarmee het natuurlijke geheel zich onvoldoende. Er zijn al een aantal scholen die vanwege het niet weten te beheren van het schoolplein dat plein weer gaan verharden. En dat is zonde!

Een keuze van een online cursus is ontstaan tijdens de Corona lockdown en sluit aan bij de ontwikkeling van e-learning. De cursus bestaat uit opgenomen lessen, die iedereen op zijn eigen tijd kan bekijken. De cursus wordt afgerond met een Q&A, waarbij experts aanwezig zijn om vragen te beantwoorden en er ruimte is om ervaringen met elkaar te delen. 

Voor het bepalen van de inhoud is er 11 mei jl een brainstorm binnen Springzaad gehouden. Daaruit zijn drie belangrijke hoofdthema’s naar voren gekomen. 

  • Wat moet er gebeuren? 
  • Het groen, wat en hoe? 
  • Hoe regel je het?

Binnen de thema’s zijn er verschillende onderwerpen die worden uitgewerkt.

De cursus is volop in ontwikkeling. Op dit moment zijn wij op zoek naar duidelijke voorbeelden en experts met de interessante verhalen. Dus als je een interessant verhaal hebt of een duidelijk voorbeeld, mail naar info@springzaad.nl of direct naar annemiek@atelierondertussen.nl