Tekst: Marlies Huijzer

Foto’s: Martin Stevens

Dit artikel is bedoeld voor iedereen die met kinderen naar buiten gaat om samen van alles te ontdekken in de natuur. 

Wat dieren achter laten

Poepen en braken

Biologen die gespecialiseerd zijn in zoogdieren zien aan iedere drol van welk dier die is en ook vaak wat het heeft gegeten. Probeer dat zelf eens. Begin met iets makkelijks zoals hondendrollen, die herken je wel. Op de foto zie je ronde keuteltjes, ken je die ook? Juist, op deze plek leven konijnen. Als je goed kijkt, zie je dat die keutels vol zitten met plantenvezels. Dat klopt want konijnen eten planten, vooral veel gras. In de witte drol ernaast zie je haren en botjes. Die is daar uitgepoept door een dier dat vlees eet en wel een vos.

Konijnenkeutels vind je vaak in zanderige gebieden zoals de duinen. Vossen eten konijnen, dus hun drollen liggen daar ook. 

Dit is de poep van een vos die veel duindoornbessen heeft gegeten. 

Uilen eten veel muizen, maar ze kunnen de haren en botjes niet verteren. In hun maag klonteren die samen tot balletjes welke ze regelmatig uitbraken, vandaar de naam braakballen. Je vindt ze vaak onder de bomen of in de schuren waar uilen hun slaapplek hebben.     

Je ziet heel goed de gele muizentandjes in deze braakballen.  

Veren en haren

Sporen die je ook veel vindt, zijn veren. Vogels verliezen veren, zeker in de tijd dat ze ruien. Als je een veer vindt, kun je in een boek over vogelveren of een diersporengids opzoeken van welke vogel die is. Soms vind je veel grote en kleine veren bij elkaar. Daar heeft waarschijnlijk een roofvogel zoals een sperwer of havik een prooi geplukt.

Aan de veren zie je dat hier een houtduif is geplukt. Die is waarschijnlijk door een havik opgegeten, want houtduiven zijn te groot voor een sperwer. 

Haren zijn lastiger te vinden, die waaien immers snel weg. Maar in prikkeldraad blijven ze vaak hangen, daarin kom je plukken schapenwol tegen en paardenharen, en soms ook dassenhaar. Dassen hebben namelijk vaste routes en als ze daarbij onder prikkeldraad doorkruipen blijven er wel eens wat haren achter. Dan weet jij, hé hier is vast een wissel, een weggetje, van en naar een dassenburcht in de buurt.  

Dassenharen zijn wit met zwart, daar herken je ze aan.

Pootafdrukken

De bekendste sporen zijn natuurlijk pootafdrukken. Die vallen vooral op in de sneeuw of in een laag modder. De meeste sporen in je tuin zijn waarschijnlijk van katten. Maar als er sneeuw ligt, zie je vast en zeker ook vogelsporen en misschien wel de pootafdrukjes van hongerige spitsmuizen. 

.  

Sporen van een zwaan en een waterhoen in de modderige oever. 

Welk dier deed dit? 

Als dieren eten, laten ze ook sporen achter. Je hebt vast wel eens afgekloven sparappels of dennenappels gezien, dat is het werk van eekhoorns die de zaden eruit halen. Muizen knagen hazelnoten open en spechten hakken de schors van bomen op hun speurtocht naar insecten en larven. Er zijn ook dieren die noten of pitten ergens vastzetten zodat ze die beter kunnen openhakken of -pikken. 

Deze kersenpit is klemgezet in de schors van een boom en opengepikt. Dat was het werk van een boomklever. 

Activiteiten voor kinderen

1. Onderzoek 

Zoek naar sporen van dieren. Vind je een spoor, kijk dan extra goed. Kun je ontdekken van welk dier het is? Weet je ook wat dat dier heeft gedaan of gegeten? Maak foto’s van de sporen die je vindt.

2. Zelf sporen maken

 Het is grappig om zelf sporen te maken. Je moet dan wel ergens zijn waar je die goed kunt zien, dus in het zand, op een modderig pad of in de sneeuw. Begin met je voetafdruk, herken je het profiel van je eigen schoenzolen en dat van je vrienden? In de sneeuw kun je zelfs een speurtocht met sporen maken.  

3. Sporen verzamelen 

Verzamel de sporen die je vindt, tenminste als ze niet stinken, dus laat natte drollen maar liggen. Leuk om te verzamelen zijn: veren, haren, botjes, open geknaagde noten, droge uilenballen en ook  foto’s of tekeningen van sporen. 

4.  Filmpjes

Bekijk filmpjes over diersporen, veren, braakballen, roofvogels en dassen via Schooltv en/of YouTube.

Websites

www.schooltv.nl

Filmpjes: Diersporen – Nieuws uit de natuur, Speuren naar sporen – Met Flip de Beer (voor jonge kinderen) , Verschillende soorten veren – Hoe is het verenpakket van een vogel opgebouwd?, Braakballen – Alles wat een uil niet kan verteren, spuugt hij uit en Roofvogels in Nederland – Vroege Vogels in de klas, De das – Een dier dat van bosbessen houdt. 

Auteur: Ity Busstra

Wil je kinderen iets over de wereld en het leven leren, ga dan samen naar buiten. Samen bezig zijn in de tuin of wandelen en spelen op een fijne plek geeft verbinding. Kijk eens wat er te zien en te ervaren is. Ook in de winter is het namelijk nog steeds interessant. Kijk, luister, ruik en voel, zet je zintuigen wijd open en ga op onderzoek uit in je tuin, het park of het bos. 

Maak eens kennis met een boom, probeer samen eens te meten hoe dik de boom is door je armen er om heen te slaan. Voel eens aan het mos op de boomstam en zie hoe de korstmossen in allerlei kleuren en vormen op de takken groeien. Zoek onder een oude beuk naar holletjes waar misschien wel een kaboutertje woont.

Kijk voorzichtig op duistere plekjes, onder een steen of bladerhoop, en zie waar kleine diertjes zijn weggekropen. Dek ze ook weer toe tegen de kou van de winter. Luister en kijk hoe de merels met hun snavel in de bladeren ritselen, op zoek naar voedsel. Ritsel zelf ook met je voeten door de dorre bladeren, luister naar het geluid en ruik welke geur eraf komt, de geur van de Aarde. Maak samen plezier met de bladeren door ze hoog op te gooien en de bladerregen op te vangen met je handen.

Kijk omhoog, volg de ganzen in hun vlucht en luister stil naar hun gebabbel. Geef samen de zangvogeltjes te eten door pindasnoeren en zelfgemaakte dennenappels met vet en zaden op te hangen. Laat wat fruit voor hen liggen onder de bomen. Geniet van afstand of door het raam en kijk welke vogels, ook trekvogels, er allemaal komen eten.  

Verwonder je samen met de kinderen over deze bijzondere natuurlijke wereld. Verwonderen kan namelijk altijd, je hoeft niets te weten van naam en gedrag van dier of plant. Vind je het wel interessant dan zoek je het op en kun je het je kind meegeven; dat niet alle vogels aan een pindasnoer kunnen hangen en er ook wat voer op de grond moet liggen. Dat door bladeren te laten liggen en alleen waar het echt nodig is weg te harken i.p.v. te blazen je de kleine diertjes eronder een kans geeft. Hoe meer je weet hoe meer je ziet, waar je je kind weer op kunt wijzen.

Als je vogelgeluiden leert herkennen kun je laten horen dat het ene geluid het andere niet is, een waarschuwingskreet geeft aan dat de vogel jullie heeft gezien. 

Maar om het magisch te houden is je verbinden met de natuur de grootste stap. Er zijn zoveel verhalen en sprookjes waarin planten en dieren een grote rol spelen. Vertel je kind veel van deze verhalen, waarin de levenswijsheid tussen de regels door is geweven en jouw kind het leven leert kennen als een sprookjeswereld waarin het zich verwonderen kan. Want verwondering is de eerste en de allergrootste stap om je met de natuur te verbinden. 

door Marjan Nijland

Even geen activiteiten – Winterslaap

We volgen de regels van de overheid waardoor er nu geen Springzaad activiteiten zijn. Zelfs een wandeling die we in eind dit jaar wilden organiseren voor regioconsulenten en partners in Deventer hebben we daarom in de ijskast gezet. We hopen snel op betere tijden.

Veel mensen gingen dit jaar dichtbij huis erop uit de natuur in en keken met een kritische blik naar eigen omgeving, met als gevolg extra belangstelling voor ruimte en groen. 

Deze tijd van het jaar waarin de dagen kort zijn, kun je zonder schuldgevoel op de bank zitten terwijl het buiten donker is, wetend dat het ongewenste kruid toch niet zo hard groeit en het gras even niet gemaaid hoeft te worden. De planten buiten komen tot rust een mooi moment om lekker te gaan lezen en ideeën op te doen en plannen te maken voor als je er weer op uit gaat.

Actief zijn met opruimen in de tuin of buitenruimte bij school, is niet nodig. Deze hoeft niet al te netjes te zijn, want dat is veel beter voor het dierenleven, laat vooral wat losse ‘rommel’ liggen. Zowel staande stengels als liggend plantafval zijn voor dieren de plek bij uitstek om te overwinteren. Op een groene speelplek, is deze losse ‘rommel’ voor kinderen al net zo interessant, ze kunnen hier mee bouwen, zich achter verschuilen en in verstoppen. 

Dat wil niet zeggen dat je niet actief kunt zijn, integendeel: beweeg en ga vooral naar buiten!

Het is bovendien nu de geschikte tijd van het jaar om wortelgoed te planten! 

Dus als je het ‘op de heupen krijgt’ en het stilzitten zat bent, als je de ruimte hebt of je kunt je aansluiten bij een werkgroep bijv.: trek een oude broek aan of een overall en een dikke jas. 

Het is een prima periode om bomen en hagen te planten!

We wensen je alvast een geweldig 2021…

Dat het aankomende jaar er eentje mag worden waarin jij en je naasten gezond zijn of worden. Een jaar waarin je kan groeien dankzij warme ontmoetingen, nieuwe inzichten en kansen.

Ik ben Janouk Kelderman, 29 jaar. Dochter van Jacqueline Kiwitz, Springzaad regio consulent in de Achterhoek. Ik ben presentatrice bij NPO Zapp van kinderprogramma’s als Het Klokhuis, Zapp Your Planet en Brainstorm en ik ben ambassadeur van het Wereld Natuur Fonds. Samen met hen heb ik vorig jaar het lesprogramma Toekomstkunde opgezet, waarmee basisscholen aan de slag kunnen met thema’s als duurzaamheid, klimaat, natuur en wilde dieren. Al bijna twee jaar post ik iedere dinsdag een video over duurzaamheid op Instagram, waarin ik mijn eigen zoektocht naar een duurzamer leven deel. Je kunt er ideeën uithalen om zelf iets bij te dragen aan een betere wereld. Het zijn simpele tips waarmee ik iedereen aanmoedig om zijn of haar eigen groene zoektocht te starten. Inmiddels is er een soort spin-off ontstaan van deze online content, een fysieke versie, die alweer twee maanden in de boekwinkels ligt: Janouk zoekt een duurzame wereld. Een boek over duurzaamheid en klimaatverandering voor iedereen vanaf 9 jaar. 

Het zijn onderwerpen die mij al lang bezighouden. En mij niet alleen, gelukkig. Ik denk dat er zelfs meer over gesproken wordt dan ooit. En toch blijft het soms nog best moeilijk te begrijpen. Doordat ik veel voor en met kinderen werk, heb ik gemerkt dat het ook bij hen leeft. Er worden vragen gesteld, ze maken zich zorgen, willen graag iets doen en komen in actie. Er zijn steeds vaker kinderen die bewust bezig zijn met goed zorgen voor de aarde. Sommigen maken zich zorgen over hun toekomst. Vragen zich af wat ze zelf kunnen doen. Ik zie ook dat er te weinig naar kinderen wordt geluisterd omdat volwassenen vaak denken dat ze altijd gelijk hebben. Dat was voor mij de druppel. Er moest iets komen dat in heldere taal de problemen van klimaatverandering uitlegt. Zo duidelijk mogelijk, zonder al te veel ingewikkelde wetenschappelijke woorden.Soms kom je daar niet onderuit, daarom zit er een woordenlijst achter in het boek. Er zijn cijfers en feitjes die belangrijk zijn om te delen. Begrijpelijke taal waarmee een kind aan zijn ouders, meester of juf kan laten zien dat hij of zij het anders wil doen of proberen. Zo komt het (veranderende) klimaat aan bod en bijvoorbeeld het groener maken van je leefomgeving, dat kan voor kinderen hun tuin zijn of misschien wel het schoolplein. Een Springzaad ding natuurlijk. Anneke Rodenburg (ontwerpster/hovenier) heeft daarover als expert een mooi stukje in mijn boek geschreven. 

Daarnaast wil ik uitleg geven over duurzaamheid. Dat woord wordt tegenwoordig te pas en te onpas gebruikt. Je hoort het overal, maar wat is het nu precies, waarom is het zo belangrijk dat we erover praten? Hoe doe je dat, duurzaam leven, is het moeilijk? Is het leuk? Eén ding is zeker: het moet anders. Dus schreef ik dit boek, voor ieder kind. Voor de nieuwe generatie, de toekomst. Maar dit boek is ook voor iedereen die zich zorgen maakt: jong en oud. Voor degenen die vragen hebben, inspiratie zoeken. En die ingewikkelde onderwerpen die te maken hebben met klimaatverandering en duurzaamheid graag uitgelegd zien in heldere taal. Zonder dat iedere zin drie keer gelezen moet worden. Al blijft het moeilijke materie. En dit boek is voor mij. Omdat ik een sterke motivatie voel om anderen enthousiast te maken en informatie te delen. Het is een gidsje geworden waar je doorheen kunt bladeren, onderwerpen opzoeken die jou interesseren. Geen boek dat je perse van voor naar achter moet lezen. Het allerbelangrijkste vind ik dat dit boek handvatten geeft om zelf aan de slag te gaan. Het staat vol met tips en tricks, recepten, proefjes en ‘Do it Yourself’ ideeën. Zo kunnen kinderen samen met hun ouders of het hele gezin aan de slag om de wereld duurzamer te maken. Misschien wel met de hele klas. Samen met vriendjes en vriendinnetjes.

Mijn groene missie is niet zomaar uit de lucht komen vallen. Ik ben als kind opgegroeid in de Achterhoek, volop in het groen en omringd door dieren. Mijn ouders namen ons, zo klein als we waren, altijd al mee naar buiten, de natuur in. Ook als het regende, hop laarzen aan. Ik leerde als kind ieder vogeltje in de tuin bij naam door het herkennen van blauwe petjes of rode borst en herkende de beestjes die in de kriebelpotenhoek ‘woonden’. Ik kan wel zeggen dat mijn liefde voor de natuur zo is ontstaan. En dat is ook de missie van Springzaad toch? Meer ruimte voor natuur en kinderen. Volgens mij ben ik het bewijs dat dit werkt.

Iedere dag zet ik me in voor dierenwelzijn en probeer ik goed voor de natuur te zorgen. Dat doe ik omdat het voor mij vanzelfsprekend is, ik ben er mee opgegroeid. Het allerbelangrijkste dat ik als klein kind leerde is: alles wat leeft is belangrijk en heeft een functie in het ecosysteem. Dat we met respect moeten omgaan met dieren en de natuur. Ik kan dan ook ontzettend kwaad worden als ik mensen zie die dat niet doen. Als ik iemand zie die schade aanricht aan de natuur op welke manier dan ook, dan zal ik als het kan daar iets van zeggen. Denk aan mensen die afval van zich afgooien, hun honden los laten lopen in een broedgebied, zonder schaamte gif spuiten in hun tuin of dieren bang maken met vuurwerk. Soms voel ik mezelf een soort boswachter of natuurbeschermer, maar dan zonder officiële aanstelling, haha. 

Die groene opvoeding heeft ervoor gezorgd dat ik mijn hele leven al zuinig ben op de natuur en bewust ben van mijn leefomgeving. Ik gun elk kind diezelfde bewustwording en hoop dat steeds meer mensen gaan inzien dat er iets moet veranderen in de manier waarop we leven. Geef het juist de kinderen van nu mee, zij zijn de toekomst. Ik draag graag mijn steentje bij aan het verspreiden van kennis en inspiratie met mijn boek, mijn ambassadeurschap van het Wereld Natuur Fonds of door het steunen van initiatieven zoals Omroep Groen, die de aarde meer aandacht willen geven op televisie en radio. Zodat ik later niet hoef te zeggen ‘hadden we maar’, hadden we maar gezien dat onze planeet een paradijs is. We hebben maar één wereld, dus laten we er zuinig op zijn. Elke kleine stap is er één, samen kunnen we dat. En dat is eigenlijk ook de boodschap waar het netwerk van Springzaad zich al jaren voor in zet.

Klik HIER voor meer informatie en om het boek te bestellen….

door Machteld Klees

Tuinieren met wilde planten staat volop in de belangstelling. De schrikbarende berichten over de achteruitgang van insecten en de daarmee samenhangende biodiversiteit hebben veel mensen wakker geschud. Handelaren in zaden en planten maken daar grif gebruik van en hangen vrijwel overal een label aan ‘goed voor de bijen’. In praktijk ontbreekt er veel kennis over hoe je de biodiversiteit in de leefomgeving bevordert. Veel hoveniers zijn beter in bestraten dan in vergroenen. Bovendien is het makkelijk om gangbare, goed verkrijgbare planten te gebruiken. 

De meeste schoolpleinen kunnen veel groener worden door uitgekiende, sterke beplanting te gebruiken. Inheemse planten leveren veel biodiversiteit op, ze trekken vlinders, bijen en vogels aan. Daardoor valt er wat te ontdekken, de natuurles kan op het schoolplein gehouden worden. 

Dit boek neemt de koudwatervrees om inheemse planten toe te passen weg. De eerste indruk is meteen: bloemrijk en wat zijn er veel mooie soorten! Na enkele inleidende hoofdstukken worden ruim 200 voor tuinen geschikte wilde planten behandeld. Gekozen is voor soorten die het onder veel omstandigheden goed doen. Aan bod komen vooral vaste planten en tweejarigen, maar ook bomen en struiken, bollen en waterplanten. De beknopt beschreven soorten zijn niet speciaal uitgezocht voor speelplekken. Zo wordt de giftigheid niet altijd vermeld en zijn sommige planten te kwetsbaar voor speelnatuur. Een groot aantal soorten is echter prima geschikt om te gebruiken en kunnen schoolpleinen en andere speelplekken van een fleurige en aantrekkelijke begroeiing voorzien. Dankzij de laagdrempelige aanpak straalt het boek uit dat het allemaal niet zo moeilijk is. De vele foto’s nodigen uit om aan de slag te gaan. Voor alle bedenkers van natuurspeelplekken en groene schoolpleinen aanbevolen!

 

Titel: Tuinieren met wilde planten

Auteur: Martin Stevens

Uitgever: Noordboek

Omvang 184 p, f.c., paperback

ISBN: 978 90 5615 608 4

Prijs: €19,90

ISBN: 9789056156084. 

Auteur: Martin Stevens Bindwijze: Paperback Pagina’s: 184 Taal: Nederlands 

Prijs: € 19,90

Voor leden van Wilde Weelde

Staffelkorting als je bestelt direct bij de uitgeverij onder vermelding van WildeWeelde  
10-20  exemplaren = 40% korting
21-50 = 42% korting
51-100 = 44% korting
101 >  = 45% korting

Tav  Lianne Bosma lbosma@bornmeer.nl
Cc naar Paul Kemmeren  pkemmeren@noordboek.nl