Storm, harde wind, water, regen, natte sneeuw, af en toe een hagelbui en tussendoor nog wat mist en gemiezer. 

Het is aardig nat op het moment in de meeste gebieden, nog even geduld dus …, maar binnenkort droogt het op en je weer lekker in de tuin en op het land kunt zijn. Maar het mooie beelden levert het zeker op.

Voor kinderen is het juist heel leuk om in een plas water te springen of om door een net bevroren dun laagje ijs op een waterplas te prikken of stampen.

Je voelt op een dag als afgelopen woensdag, dat het voorjaar weer in de lucht hangt en dat de zon kracht krijgt. De zon schittert in het water, weerspiegelt in glas, de vogels zingen en het is ineens lekker licht.   

Het water zal sneller weg zijn dan ons straks misschien lief is, maar voor nu kunnen we eigenlijk niet wachten tot het verdwenen is.

Geduld hebben we ook geoefend met het organiseren van activiteiten, waarbij we elkaar echt op locatie kunnen ontmoeten. 

We verschoven de partner- en regiobijeenkomst in de hoop dat het binnenkort een fysieke bijeenkomst wordt. In afwachting daarvan hebben we besloten die toch maar eind januari online te houden, omdat we de snelheid van de versoepelingen niet goed konden inschatten. 

We hebben het daar met name gehad over hoe te komen tot een breed gedragen kwaliteitstool.

Bestuurswisseling

Op 17 februari is het bestuur bijéén gekomen in Dronten, behalve voor overdracht van bestuurstaken  vooral ook om te kijken en praten over activiteiten die we nu weer ‘op poten kunnen zetten’.  

Anno, dank voor je inzet de afgelopen periode. We hopen dat je ons af en toe blijft bestoken met je inbreng, vanuit betrokkenheid bij alles wat er groeit en wat er speelt.

Elders in deze nieuwsbrief zie je foto’s van een speelplek aangelegd door Anno 2000. 

Met Giel van der Palen (penningmeester) en Maurice Westerbeek (algemeen bestuurslid) hebben we twee ervaren en eveneens betrokken mensen gevonden voor het bestuur, met hart voor natuur, groen en ruimte voor spel en daar zijn we heel er blij mee.

Jumpseeds     

Dat is gekscherend wel eens de aanhef welke gebruikt wordt boven een mail of bericht aan Springzaad partners. Best toepasselijk, want we timmeren internationaal voorzichtig aan de weg door over onze grenzen heen te springen. 

De inspiratiemap is tegenwoordig drietalig (NL/F/GB), Springzaad doet mee in het internationale onderzoeks-project Cool Schools, een samenwerking van meerdere Europese universiteiten en organisaties. 

De Speeldernis wordt opgenomen als case study in een publicatie over wereldwijde initiatieven op het gebied van nature-based play. Er is contact gezocht met Springzaad door een NGO welke vanuit Brussel, Europese stakeholders koppelt aan Deense autoriteiten, ten behoeve van een campagne voor de vergroening van hun schoolpleinen.

Weer op stap

Eindelijk lijkt ook de lang gekoesterde wens om met een Springzaad excursie terug te keren naar Freiburg uit te komen. Freiburg, de Zuid-Duitse stad, waar speelnatuur sinds vele jaren heel vanzelfsprekend de ruimte krijgt in de openbare ruimte, bij scholen en kindcentra. We hebben het over ‘terugkeren’, want we zijn hier ruim 15 jaar geleden al eens eerder met een groep Nederlandse Springzaders op ’n heerlijke studiereis geweest.

We kijken uit naar een boeiend jaar waarin we elkaar verrijken met inzichten, kennis en ervaring. Natuurlijk vooral ook om dit alles weer te kunnen opdoen en uitwisselen tijdens mooie excursies in binnen- en buitenland of tijdens cursusdagen op inspirerende locaties.

P.S. Misschien al op de komende Springzaad-dag (19/3) op Jenaplanschool de Lanteerne in Nijmegen waar ‘t gedachtegoed van de afgelopen herfst overleden Kees Both centraal staat met een innovatieve blik naar de toekomst.

We zien elkaar binnenkort!

door Nicole van den Bongerd

Steeds meer scholen in Nederland kiezen voor een groen schoolplein met het idee dat ze door het vergroenen van het schoolplein een positieve bijdrage kunnen leveren aan een gezonde ontwikkeling van kinderen en aan biodiversiteit en klimaatbestendigheid. Er wordt echter geconstateerd dat de speel-, leer- en natuurwaarde van veel Nederlandse groene schoolpleinen nog niet optimaal is wat ten koste kan gaan van het positieve effect van een groen schoolplein. 

Om scholen, hoveniers, ontwerpers en anderen te ondersteunen met het ontwerp van groene schoolpleinen zijn Jolanda Maas en Nicole van den Bogerd van de Vrije Universiteit Amsterdam in juli 2020 een onderzoeksproject gestart. Het doel van dit project is het ontwikkelen van een ‘Groen Schoolplein Beoordelingstool’ die inzicht geeft in welke aspecten van een groen schoolplein belangrijk zijn voor het spelen en leren van alle kinderen én de biodiversiteit en klimaatbestendigheid van de omgeving. Springzaad is een partner in dit onderzoek, samen met de Hogeschool Leiden, Wageningen Universiteit en Research, InHolland, Stichting de Groene Stad, IVN, Vereniging Gemeente voor Duurzame Ontwikkeling, Greenport Aalsmeer en Nederland, Snoek Hoveniers, de provincies Overijssel, Noord-Brabant, Noord-Holland, Friesland en de gemeente Almere. 

Het onderzoeksproject is gestart met een uitgebreid literatuuronderzoek naar de positieve effecten van groene schoolpleinen. Dit heeft onder andere geleid tot de white paper ‘De waarde van een natuurlijke, gezonde buitenruimte rond scholen‘ . Ook is er een wetenschappelijk artikel geschreven dat inzicht geeft in welke mechanismen ten grondslag liggen aan de positieve effecten van groene schoolpleinen (binnenkort beschikbaar). 

Het literatuuronderzoek was ook de basis voor de eerste versie van de ‘Groene Schoolpleinen Beoordelingstool’. Deze is daarna doorontwikkeld met behulp van 40 Nederlandse experts op het gebied van groene schoolpleinen, spel, natuur, ontwerp, biodiversiteit en klimaatbestendigheid. De doorontwikkelde tool is getest op maar liefst 19 groene schoolpleinen. Uit deze test blijkt dat de beoordelingstool goed in te vullen is in de praktijk! 

Op dit moment lopen er drie sporen in het onderzoeksproject. Ten eerste, de Vrije Universiteit Amsterdam start in maart 2022 een onderzoek naar de speelwaarde en leerwaarde op groene schoolpleinen. Hoe, waar en met wie spelen kinderen op groene schoolpleinen? En, worden groene schoolpleinen gebruikt voor lessen en indien dat zo is, wat levert dit op? Vervolgens wordt er gekeken naar hoe het ontwerp van groene schoolpleinen – beoordeeld met de ‘Groene Schoolpleinen Beoordelingstool’ – invloed heeft op de speelwaarde en leerwaarde van groene schoolpleinen. Resultaten van dit onderzoek zullen nog meer inzicht geven in het belang van het ontwerp van groene schoolpleinen voor de ontwikkeling van kinderen. 

Ten tweede wordt er, samen met Springzaad, IVN en NLGreenlabel, onderzocht hoe de verschillende beoordelingsinstrumenten die beschikbaar zijn in Nederland geïntegreerd kunnen worden. We hopen hiermee te bereiken dat in de toekomst iedereen die een groen schoolplein wil ontwerpen op één plek breed gedragen ontwerprichtlijnen kan vinden.

Ten derde, de Hogeschool Leiden ontwikkelt, aan de hand van alle inzichten uit het project, scholing voor scholen, ontwerpers en hoveniers. Zo kan de verworven kennis worden overgedragen naar professionals uit verschillende werkvelden.   

Het project loopt tot juni 2023. Via de Nieuwsbrief houden we u graag op de hoogte.  

Door: Ity Busstra

Inclusief spelen, het is de laatste jaren een veelgehoorde benaming die aangeeft dat elk kind mee kan spelen, of je nu wel of geen beperkingen van je lichaam ervaart in je leven. Maar kunnen in de praktijk dan ook echt alle kinderen meespelen? Er is zo’n diversiteit aan beperkingen, zowel fysiek als mentaal, dat het een ingewikkelde klus is om aan al deze kinderen tegemoet te komen. En toch wil je dat proberen, toch gun je elk kind dat het ergens naar toe kan gaan en mee kan doen en niet aan de zijlijn geparkeerd staat of alleen de pomp mag bedienen.  Je gunt het ook de ouders, die vaak gefrustreerd aan moeten zien dat hun kind niet mee kan doen, de speelruimte niet eens kan betreden of alleen maar met hulp iets kan doen en dan nog niet eens samen. 

Toegang tot het binnengedeelte van Speelnatuur van OERRR Haarzuilens

Een inclusieve natuurspeelplaats is een mooie uitdaging, om alle kinderen te bereiken blijkt echter in de praktijk al snel niet mee te vallen. De beperkingen zijn zo divers, alleen al op fysiek gebied, maar ook zeker bij mentale beperkingen, waardoor er weer andere voorwaarden gewenst zijn. Er is veel meer oog voor de fysieke beperkingen, die zijn ook het meest duidelijk. Je kunt meer inspringen op de situatie die je voor je ogen ziet gebeuren met bijvoorbeeld een kind in een rolstoel. Maar juist de mentale beperkingen, die zo onzichtbaar kunnen zijn of juist heel erg aanwezig in gedrag, geven een extra dimensie mee om nog beter te kijken naar de mogelijkheden die je kunt bieden met dit soort speelplekken. 

Een ontwerp en de aanleg van een inclusieve natuurspeelplaats kost meer tijd en aandacht omdat je rekening wilt houden met alle kinderen en alle beperkingen. Als elk kind, hoe beperkt het ook is, mee kan doen, hoe ziet zo’n speelplek er dan uit met alleen natuurlijke materialen? Er zijn op dit gebied al heel wat gegevens te vinden, o.a. in het rapport van Anke Wijnja en de expertise van Ilse van der Put en de Speeltuinbende, maar toch is het een interessante puzzel om aan alle kinderen tegemoet te komen. Gelukkig blijken de kinderen zelf de belangrijkste aangevers van (on-)mogelijkheden te zijn. Ze laten feilloos zien waar ze tegenaan lopen, wat werkt en wat toch niet zo goed loopt als je van tevoren had gedacht.

Er zijn ondertussen genoeg voorbeelden van buurten en speeltuinen waar mooie speeltoestellen geplaatst zijn, ontworpen voor kinderen in een rolstoel waarin ze mee kunnen draaien en meedoen met de anderen kinderen. Er zijn plekken waar kinderen met een visuele handicap aandacht krijgen en er voor hen een veilig parcours is gemaakt, maar het is vaak gericht op een eenzijdige beperking. Hoe kun je dit dan laten werken in een natuurlijke speelplaats, waar je geen speeltoestellen wilt toepassen die speciaal daarvoor ontwikkeld zijn, maar waar je, behalve een glijbaan, alles zo natuurlijk mogelijk wilt houden en inrichten zodat alle kinderen aan bod komen.

Als je kijkt naar de doelgroep wil je dat alle kinderen, met een fysieke en/of mentale beperking, mee kunnen doen. Je wilt ook dat alle leeftijden mee kunnen spelen, er is nogal een groot verschil in motoriek en interesse tussen een driejarige peuter of een tiener. Je wilt dat het kind genoeg uitdagingen vindt om samen te spelen, terwijl er ook plekjes moeten zijn om je terug te kunnen trekken omdat niet elk kind samen kán spelen, maar juist liever vanuit een veilig plekje observeert wat er om zich heen gebeurt of zo’n plekje  nodig heeft om alle prikkels te verwerken.

Een natuurlijk landschap creëren met hoogteverschillen en een diversiteit aan beplanting geeft genoeg uitdagingen voor elk kind, al of niet fysiek beperkt,  Daar kun je als kind van genieten maar het kan ook juist ontmoedigen. Het zou mooi zijn als er meerdere mogelijkheden zijn om een speelelement te benaderen, een heuvel op te komen, een brug over te steken, een waterparcours te volgen of om op iets te klauteren. Ook kan het met mentale beperkingen heel lastig zijn het overzicht te bewaren of sowieso het terrein te betreden als het al wat drukker is met spelende kinderen. Hiervoor is een plattegrond van het speelterrein een uitkomst zodat je je van tevoren kunt verheugen op waar je naar toe wilt. Ook routepaaltjes hebben die functie, ze hebben zelfs meerdere functies, zowel voor visueel beperkte kinderen als ook in de zin van speuren, wat kinderen graag doen, het is ook een houvast in het aanbod van speelelementen. Een routepaaltje is een ijkpunt dat vertelt dat er op die plek iets te doen of te onderzoeken is. Het geeft bepaalde kinderen richting en een gevoel van controle, het speelt een stuk geruster als je weet waar je bent. Via carving extra zichtbare figuurtjes toevoegen, zoals van de vier elementen en dieren die daarbij passen, geeft een interessante speurtocht en een extra verbindingsmogelijkheid met de plek omdat je dan een verhaal in stapt waar je je als kind in kunt leven.

Kinderen van de speeltuinbende bezoeken Speelnatuur Tiengemeten

Het verschil met een speelplek waar speeltoestellen zijn geplaatst tegenover een natuurrijke speelplek is dat er veel meer uitdagingen zijn te vinden binnen een natuurlijk kader en voor veel meer kinderen die in leeftijd en ervaringen verschillen. Daarin werkt de natuur zo fantastisch mee, dan weet je des te meer waarom je zo graag werkt met natuurlijke materialen en natuurlijke beplanting: de natuur biedt uitdagingen op elk niveau zodat het altijd spannend blijft en het biedt die extra verzorgende functie op vooral het mentale gebied als vanzelfsprekend aan. Hierin is de natuur meester: groen is de kleur die wij als meest rustgevend ervaren en schuilplekjes ontstaan gemakkelijk in speciaal aangelegde speelbosjes of levende hutten waar je je kunt verstoppen en terugtrekken. 

In een natuurlijke speelomgeving is voor elk kind een plekje te vinden waar het gedijt. Je wilt de bouwers een plekje geven om te bouwen, de sjouwers met takken en zand laten sjouwen, de rauwdouwers een uitdaging geven in balans en de schouwers laten beschouwen. De natuur heeft brede armen en biedt het allemaal, zo ervaren kinderen aan den lijve de helende kracht van spelen in het groen. Het is dan ook fascinerend om te zien hoe kinderen in een natuurrijke omgeving anders gaan spelen en hoe het sociale aspect vergroot wordt. Elkaar gaan helpen om ergens te komen zou een natuurlijke gang van zaken kunnen worden als je ziet dat je vriendje ergens niet zo gemakkelijk kan komen als jijzelf. 

In een lang(zaam) traject hebben we nu een inclusieve speelplek opgeleverd aan de recreatieplas Kotermeerstal in Dedemsvaart. Vanuit het originele ontwerp van mij is een verkleinde uitgave met specifieke elementen gecreëerd op een openbaar toegankelijke plek door Anno2000, met medewerking van Hans Nijmeijer en Hans van Dorp. De eerste opzet om een omheind en daarmee gevoelsmatig veilige plek te creëren, waar ouders ook meer rust kunnen ervaren mocht je elke dag te maken hebben met een ‘weglopertje’, is omgezet naar een plek aan de waterkant die daarmee ook weer extra uitdagingen geeft. Het achterliggende idee dat niet alleen de kinderen met elkaar kunnen spelen, maar ook de ouders elkaar wezenlijk kunnen ontmoeten blijft hopelijk in stand. Het gevoel dat ouders van kinderen met een beperking verwoorden -de zoektocht naar geschikte speelplekken en het gevoel  hierin alleen te zijn en altijd ‘aan’ te moeten staan-, maakt dat de wens des te groter is dat ouders en hun kinderen hier een plek vinden die dan wellicht nog niet helemaal ideaal is, maar wel een heel stuk op weg is naar inclusiviteit. De toekomst gaat uitwijzen hoe inclusief ‘inclusief spelen’ eruit gaat zien, in de hoop dat echt alle kinderen mee kunnen én durven doen.

Samenspeelplek bij de Kotermeerstal in Dedemsvaart van Ity Busstra en Anno 2000

Door: Jeanette van der Meulen  

Ik hoor de februaristorm majestueus door de kale takken jagen en in de els slingeren de “catkins” willig mee in de deining van het moment. In een beschut hoekje langs de sloot lichten wat wilgenkatjes al zilverzacht op in de vroege voorjaarszon.   

De laatste maanden van 2021 zijn wij van iets naar niets gegleden en hebben losgelaten wat was. En nu, ontwakend uit de winterslaap, stellen wij ons open om van niets naar iets toe te groeien. Grappig genoeg hoeven wij daar niet veel meer voor te doen dan ons over te geven aan het autonome proces van het leven zelf. Alleen vanuit stilte en bewegingloosheid kunnen wij immers -net als flora en fauna- horen wat er al is. Om vervolgens te constateren dat wij eigenlijk niet zoveel meer nodig hebben dan vertrouwen in wat komen gaat. Alert blijven, dat wel…. alert op het moment dat de sluimerende groeikracht vraagt om jouw actie.   

Bij kinderen noemen wij dit het afwisselen van vrijbuiterij en ankertijd. Nu eens zijn kinderen vrijbuiters:  volop bezig te ontdekken, in contact en in actie. Maar dan weer, en minstens zo belangrijk is er hun ankertijd: terugtrekken op hun eigen plek, niets doen, vervelen.   

Om in dit ritme mee te gaan moeten wij als volwassenen eerst zelf aan de bak. Met de armen over elkaar achterover durven leunen: de pedagogiek van het “niets doen”. Terugtrekken en vanuit rust observeren waar de kinderen zelf mee bezig zijn…. hoe zij spelen en wat hun interesseert. Zodoende zijn wij in staat hun sporen te volgen en af en toe wat aansluitende sporen voor hen uit te zetten. 

…. zoals een kleuter tijd beleeft…  “als wij niets doen, dan kunnen we lekker spelen”.

Vertrouwen in de groeikracht, zoals de jaarringen in een boom….her-inner-ringen. Ik leef niet in het verleden maar het verleden leeft in mij. Vanuit eenvoud en dichtbij, aandachtig de rijkdom van het woord dankbaarheid ervaren, dankbaarheid voor wat er al is.   

Zo kan – ogenschijnlijk inactief zijn- zich omzetten tot een krachtige actie en ontwikkelt zich een levensstijl die tevreden niets doen heel gewoon maakt. 

“February”:

Today I saw the catkins blow

Altho` the hills are white with snow

White throstles sang “ The sun is good”;

They waved their banners in the wood.

They come to greet the lurking Spring

As messengers from Winter`s King.

And thus they wave while Winter reigns

While his cold grip still holds the plains.

Oh, tho`the hills are white with snow,

Today I saw the catkins blow. 

uit The book of a thousand Poems- Dorothy Una Ratcliffe